Beetje suiker erbij

Remco Havermans zou nu zelf bijvoorbeeld nooit meer een suikerspin eten. Terwijl hij dat als kind heerlijk vond. “Verandering van smaak lijkt samen te hangen met groei want als je groeit heb je energie nodig en suiker levert die energie. Daarom voelen kinderen zich aangetrokken tot zoet. Natuurlijk zitten er in vet ook veel calorieën (die weer energie leveren) maar vet heeft niet zo’n uitgesproken smaak zoals iets zoets”.

Toch blijven we op latere leeftijd ook bepaalde voorkeuren houden. Ligt dat aan onze genen? Of kun je alles maar dan ook alles leren eten? Volgens Havermans ligt het voor een deel aan onze genen maar is het een combinatie van beide. Genen en gewenning. “Dat wordt bijvoorbeeld onderzocht met het stofje prop”, weet hij te vertellend. “Dat smaakt bitter. Sommige mensen proeven het helemaal niet en anderen ervaren het juist als heel bitter. Het wordt een beetje op een postzegel gedaan zodat mensen het kunnen proeven.”

Bah, bitter

Mensen die prop als bitter ervaren zijn dus gevoeliger voor bittere smaken en zullen deze smaken dan ook minder lekker vinden. Dat is genetische bepaald. Interessant. Maar kunnen ook die mensen alles leren eten? Want mijn vriendengroep die voor een groot deel bestaat uit stevige koffiedrinkers en enthousiaste bierliefhebbers zijn ook niet grootgebracht met bier en koffie.

Wat volgens Remco Havermans helpt is dingen gewoon eerst iets zoeter maken. “Bijvoorbeeld een scheutje limonade in bitter trappiste bier. Of suiker en melk in de koffie natuurlijk. Als je daar dan uiteindelijk steeds minder van gebruik kun je het ook zonder leren drinken. Je hersenen maken dan namelijk nog steeds een associatie met de manier waarop je het dronk. Ook al is het minder zoet”, legt Remco uit.

De toevoegingen die helpen om iets smakelijker te maken zijn suiker, extra vet, iets met veel eiwitten en alcohol. Na het terugschroeven van de toevoegen blijf je de smaak met energie associëren en ben je eraan gewend. Een verklaring voor het succes van energy drankjes.

Het werkt ook als je ergens cafeïne of theobromine (wat in cacoa zit) aan toevoegt. Koppel een van deze stoffen aan een nieuwe smaak en het helpt. Ons lichaam reageert positief op de energie die het binnenkrijgt.

De aanhouder wint

Maar kun je dan echt alles leren eten als we ons lichaam voor de gek houden met toevoegingen en positieve associaties? De aanhouder wint volgens Havermans. Sommige gaan iets na tien keer eten waarderen anderen doen er tien jaar over. Natuurlijk zijn er ook culturele invloeden en eten we graag het eten waar we mee zijn opgegroeid. Maar nieuwe dingen kunnen we leren eten. Ook al smaakt het nog zo vies in onze beleving.

Morgen maak ik witlof met suiker. Overmorgen een stoofpotje met witlof en energydrank. Het argument ‘mijn vader lust het niet, mijn broer lust het niet dus ik ook niet’ gaat niet meer op.